Blok instellingen Interface

Inhoud → Rocrail-Objecten → Blokken

• Index | Algemeen | Seinen | Details | Rijwegen | Interface | Toestemmingen | Statistiek

De interface van een blok wordt gebuikt voor:

• Analoge locs; Blokgestuurd rijden
• Blok opdrachten

Deze optie moet aan staan als het blok onderdeel is van een blokgestuurd systeem. (Bijv. Dinamo)

Bij automatisch rijden wordt de blok rijsnelheid naar 0 gezet nadat het blok wordt vrij gegeven.

Als het blok gestuurde systeem gekoppelde blokken ondersteund dient deze optie te zijn ingeschakeld.
Ondersteunde systemen:

• Dinamo

Als het blok gestuurde systeem gekoppelde blokken niet ondersteund dient deze optie te zijn uitgeschakeld. zodat het bestemmingsblok een snheidsopdracht krijgd.

Als er meer dan één centrale wordt gebruikt, wordt in dit veld de centrale vermeld die verantwoordelijk is voor de aansturing van de decoder. Het veld "Interface ID" kan leeg blijven als het object is verbonden met de eerste centrale (eerste 'digint' in rocrail.ini) uit de lijst met centrales.

Kijk in de handleiding van het Command Station met welk adres en welke poort de trackdriver output geprogrammeerd moet worden.

Zie: Dinamo

Als een blok is verbonden aan een normale (DCC) loc decoder dient het DCC adres van deze decoder in het blok adres veld te zijn ingevuld. De poort kan 0 blijven.

Note: De snelheids parameters van de aankomende loc interface instellingen in dit blok worden gebruikt.

Met de ZimoBin bibliotheek kunnen de MX9 modules op een specifieke snelheidslimiet worden gezet.
De opdrachten zijn als volgd:

De MX9 adres: 0…63 niet 900…963.

De basis selectie: 0…7. (Hauptabschnitt 1…8)

Zie: Algemene knoppen